Tot welke leeftijd kun je het beste voorlezen?
Tot welke leeftijd zou je moeten blijven voorlezen? Het korte antwoord is: zo lang mogelijk! Want door vaak voor te lezen, geef je jouw kind een voorsprong.
Bij elke leeftijdsfase van een kind hoort een ander soort boeken. Bekijk onze tips over wat je zoal samen kunt lezen.
Wat kan een kind van 0 tot 1 jaar (baby)?
Al voor de geboorte kan een baby goed luisteren. Baby’s reageren al in de eerste weken op de stemmen van papa en mama en broertjes of zusjes.
In de eerste 4 maanden kunnen baby’s steeds beter zien. Ze kunnen hun blik op iets richten en dingen aandachtig bekijken. Omdat ouders zien dat hun kindje reageert, gaan ze er ook meer tegen praten. Dit is ontzettend belangrijk voor de taalontwikkeling. Baby’s laten in deze fase hun eerste klanken horen.
Rond de 6 maanden gaan baby’s ‘meepraten’. Ze luisteren tot hun vader of moeder is uitgepraat en reageren met geluiden en klanken. Dit is ook de fase waarin baby alles wil bekijken en voelen. Het ideale moment om babyboekjes aan te bieden: bijvoorbeeld de leuke badboekjes, knisperboekjes of stoffen boekjes van De Kinderboekenwinkel!
Vanaf 7, 8 maanden beginnen baby’s echt te brabbelen. In rap tempo leert je kindje nieuwe woordjes begrijpen. Bal, poes, pop, papa… baby kent al zeker 20 woorden en wijst alles aan. Op deze leeftijd is ‘kiekeboe’ een heel leuk spelletje. Dit kun je ook met babyboekjes spelen, want op elke bladzijde staat een ander plaatje. Dat vinden baby’s heel verrassend.
1 tot 2 jaar (dreumes)
Rond de eerste verjaardag is een goed moment om te starten met aanwijsboekjes. Dat zijn kartonboekjes met op elke bladzijde een ander voorwerp. Je dreumes heeft net ontdekt dat alles een naam heeft en zal proberen de plaatjes te bespreken. Je zult zien: het brabbelen gaat steeds meer op praten lijken. Dit wordt ook wel de eenwoordfase genoemd (beer, kip, poes). Voor deze leeftijd zijn eenvoudige zoekboeken ook een succes. Door het aanwijzen en benoemen groeit de woordenschat van een kind naar 50 tot 100 woorden.
Na de enkele woordjes komen de tweewoordzinnen. Onze jongste zei rond 16 maanden ‘auto bah’, wat zoveel betekende als: ‘er zit softijs op mijn wandelwagentje’. Andere zinnetjes waren ‘nog keer’ en ‘papa nou?’. Alle ouders antwoorden met een volzin, wat weer goed is voor de taalontwikkeling van de kleine. Al gauw zullen er meerwoordzinnen volgen. De woordenschat wordt groter en groter. Bied daarom steeds nieuwe kartonboekjes aan over verschillende onderwerpen: dieren, voertuigen, voorwerpen, kleuren en vormen.
2 tot 4 jaar (peuter)
De woordenschat van een kindje van 2 1/2 is gegroeid tot wel 600 woorden. In deze fase kun je dus heel goed korte verhaaltjes voorlezen. Zorg ervoor dat de onderwerpen aansluiten bij de belevingswereld van je peuter: tanden poetsen, eendjes voeren, boodschappen doen en dat soort dingen. Peuters kunnen op deze leeftijd verhaaltjes ook onthouden. Variatie is goed, maar herhaling ook. Ik denk dat we Rupsje Nooitgenoeg wel 1000x hebben voorgelezen…
Kinderen van 3 jaar gaan steeds meer met anderen spelen. Ze gaan zelfstandig naar de speeltuin en gaan uit logeren. Bij dit onderzoekende gedrag horen ook verhaaltjes over grote gebeurtenissen. Bijvoorbeeld over naar de tandarts gaan, of de komst van een broertje of zusje. Het is op deze leeftijd mogelijk om samen over het verhaal na te praten.
4 tot 6 jaar (kleuter, onderbouw)
Er breekt een spannende periode aan, want kinderen van 4 gaan naar school. Ze zijn opeens geen peuters meer, maar kleuters. Ze krijgen interesse in verhalen met emoties (jaloezie, boos zijn) en beginnen hun eigen emoties en die van anderen steeds beter te begrijpen. Prentenboeken zijn voor deze groep perfect omdat daarin herkenbare thema’s worden behandeld als heimwee, verdriet en verlangen. Kleuters luisteren ook graag naar fantasieverhalen, zoals sprookjes. Voorlezen is op deze leeftijd ontzettend leuk omdat kleuters zich nog echt kunnen verwonderen over dingen die voor ons normaal zijn.
6 tot 9 jaar (groep 3/4/5, middenbouw)
Zesjarigen leren lezen en schrijven. Ze zijn hartstikke trots op deze vaardigheden, en terecht! Er gaat nu een heel nieuwe wereld voor ze open. Dit is een heel belangrijke leeftijd om te blijven voorlezen. Kinderen in groep 3 en 4 kunnen weliswaar zelf lezen, maar alleen korte zinnen zonder poespas. Zelfstandig een verhaal lezen is nog wat hoog gegrepen. Lees deze kinderen een kort verhaal voor het slapengaan voor. Of kies een niet al te dik leesboek en lees elke avond een hoofdstuk. Zorg er wel voor dat je het boek binnen 3 weken uit hebt. Anders duurt het te lang en raken ze de draad kwijt. Zes- tot negenjarigen doe je ook een plezier met een eenvoudig moppenboekje.
Kinderen van 8 jaar worden in ons land steeds minder voorgelezen. De belangrijkste reden? Ouders vinden hun kind ‘te oud’ om voor te lezen, of denken dat hun kind het prima zelf kan. Niks is minder waar! Een achtjarige vindt een leesboek vaak nog overweldigend: veel bladzijden met grijze lappen tekst en weinig plaatjes. Op school zijn ze getraind om snelheid te maken bij het lezen. Maar dit gaat ten koste van het tekstbegrip. Ze hebben vaak geen idee wat ze gelezen hebben omdat ze veel te veel op de techniek letten. Deze kinderen kunnen dus wel wat hulp gebruiken bij het lezen. Samen lezen biedt dan uitkomst: om beurten een paragraaf of bladzijde. Het is niet alleen leuk om samen te lezen. Het is ook een mooi moment om samen het boek te bespreken. Zo help je je zoon of dochter om meer plezier in lezen te krijgen.
9 tot 12 jaar (groep 6/7/8, bovenbouw)
Kinderen in de bovenbouw zouden prima zelfstandig moeten kunnen lezen. Maar uit onderzoek blijkt dat het merendeel lezen saai vindt, of lastig. Om deze kinderen van deze leeftijd te motiveren om meer te lezen, kan het handig zijn om samen te blijven lezen. Bij kinderen met leesproblemen is het zelfs aan te raden om op deze leeftijd te blijven voorlezen. Zo komen ze in aanraking met nieuwe woorden en leren ze wat een goed leestempo is.
Kortom, tot welke leeftijd blijven we voorlezen?
Zo lang jullie er allebei nog plezier in hebben, kun je lekker blijven voorlezen, ongeacht de leeftijd. Veel ouders haken echter af op het moment dat hun kind 8 jaar wordt. Het lijkt misschien dat een kind dan heel goed zelf kan lezen, maar dat is een misverstand! Blijf voorlezen en wissel dit af met samen lezen. Probeer dit tot de tiende verjaardag van je kind vol te houden. Als je zoon of dochter moeite heeft met lezen of er geen plezier in heeft, is het aan te bevelen om ook daarna nog zo lang mogelijk samen te blijven lezen (om beurten een stuk).
ERWASEENS is een laagdrempelig tijdschrift vol verhalen voor kinderen van 4 tot 9 jaar. De verhalen zijn bedoeld om voor te lezen, samen te lezen en zelf te lezen. Er staat voor ieder kind wel een leuk verhaal in!
Geef jouw kind een voorsprong door vaker voor te lezen.