Beter voorlezen in 4 stappen.
Wil je ook beter voorlezen? Volg deze stappen en ze hangen aan je lippen!
Het juiste verhaal selecteren
Bij voorlezen is het heel belangrijk dat het verhaal aansluit bij de belevingswereld van de luisteraar. Een kindje van 2 jaar kan al korte verhaaltjes begrijpen die over herkenbare situaties gaan. Bijvoorbeeld uit logeren gaan, de eendjes voeren of op het potje gaan. Het zijn herkenbare situaties die dicht bij huis afspelen. Kleuters vinden die herkenbaarheid ook nog fijn, maar houden ook van fantasieverhalen, zoals sprookjes. Ook verhalen met emoties (jaloezie, verdriet, heimwee) doen het goed op deze leeftijd.
Tip: ga voor variatie. Lees de ene keer een realistisch verhaal voor en de keer daarna een fantasieverhaal. Of kies een boek van de Nederlandse Kinderjury (populairder) en wissel dat af met een Griffelboek (uitdagender). Of selecteer een of meer korte verhalen, of een doorlopend verhaal. Ga je voor dat laatste? Kies voor jongere kinderen dan niet voor een al te dik boek, want na 3 weken zijn ze de draad kwijt. Bij oudere kinderen mag je over een verhaal wat langer doen (max. 6 weken).
Veel oefenen
Dit klinkt een beetje als een open deur. Maar het is wel waar: je wordt echt goed in voorlezen als je veel oefent. Iemand die goed kan voorlezen, is Loretta Schrijver. Als nieuwslezeres bij RTL Nieuws heeft ze veel ervaring opgedaan. Natuurlijk is nieuws lezen niet te vergelijken met het voorlezen van een verhaal. Maar het feit dat ze hardop las, heeft haar enorm geholpen om een betere voorlezer te worden.
Tip: huur een luisterboek en let niet op het verhaal, maar op de manier waarop de voorlezer zijn of haar stem gebruikt. Ontdek het verschil in leestempo, het temporeel accent: rustig om de spanning op te voeren, of sneller bij gebeurtenissen die elkaar snel opvolgen. Is er sprake van het hard en zacht uitspreken van bepaalde woorden om er meer nadruk op te leggen? Dat is het dynamisch accent. Let ook op het melodisch accent: het op hoge of juist lage toon uitspreken van de tekst. Tezamen zorgen deze drie accenten voor een persoonlijke manier van voorlezen.
Niet te lang voorlezen
Het ene kind is sneller afgeleid dan het andere. Waar de een met gemak een halfuur kan luisteren, houdt de ander het nog geen vijf minuten vol. Blijf tijdens het voorlezen dus goed in de gaten houden of de aandacht verslapt. Als dat zo is, stop je. Ga niet proberen het verhaal nog even af te ronden, want dan wordt lezen iets wat blijkbaar moet, ook al heb je geen zin meer. Prentenboeken en korte verhalen zijn ideaal om voor te lezen omdat het voorlezen niet al te lang duurt. Lees tijdens het voorlezen alvast een stukje vooruit. Dan kun je saaie of nietszeggende zinnen overslaan.
Tip: bij leesboeken voor kinderen vanaf 7 jaar is de leestijd lastiger in te schatten. Dit is wat je dan doet: lees hardop een hele pagina uit het boek voor op het juiste voorleestempo en meet hoe lang je erover doet. Zo kun je van tevoren inschatten of je beter een x-aantal pagina’s kunt voorlezen, of het hele hoofdstuk.
Blijven voorlezen
Deze stap klinkt misschien tegenstrijdig met stap 3. Maar wat we hier bedoelen is: lees niet af en toe voor, maar maak er een ritueel van. Iets om naar uit te kijken! Door vaak voor te lezen, zorg je ervoor dat kinderen ervaren wat leesplezier is. En dan lezen ze op latere leeftijd zelf ook met meer plezier. Daarover gesproken: voorlezen is niet alleen voor peuters en kleuters. Het is minstens zo belangrijk om ook oudere kinderen voor te lezen. Kinderen van 6 en 7 leren net lezen. Hun leesboeken bevatten eenvoudige, korte zinnen in de trant van ‘juf is boos’. Op deze leeftijd kunnen ze dus nog geen ‘echte’ leesboeken lezen. Daar hebben ze nog echt jouw hulp bij nodig.
Tip: ook kinderen van 8 en 9 worden nog graag voorgelezen. Zij kunnen wel al zelfstandig lezen, maar vinden een boek met veel bladzijden vaak toch nog overweldigend.
In ERWASEENS staan verhalen voor jongens EN meisjes. De kracht zit ‘m in de variatie: in het tijdschrift staat altijd een sprookje, gedicht, fabel, mythe en een verhaal uit een andere cultuur. Om voor te lezen, samen te lezen of zelf te lezen.