Beeldverhalen: hoe lees je die eigenlijk voor?
Na mijn vorige succesverhaal, waarin ik vertelde over wat graphic novels (beeldverhalen)* nu precies zijn en waarom het een goed idee is om ze (voor) te lezen, heb ik interessante reacties ontvangen. Eén daarvan was van een illustrator die opmerkte dat Dagboek van een muts en Het leven van een loser gewoon tussen de andere boeken staan – zowel in de bieb als in de boekhandel. Wel is er een aparte afdeling voor strips (en ‘echte’ graphic novels).
Een bibliothecaresse (al 24 jaar in het vak) deelde desgevraagd haar kennis: jeugdboeken met veel illustraties (zoals Dagboek van een muts, etc.) worden inderdaad als jeugdboek gecategoriseerd, terwijl graphic novels bij strips worden geplaatst. Met andere woorden: in Nederland worden jeugdboeken met veel illustraties niet als graphic novels beschouwd (zoals ze dat ook niet doen in het Engelse taalgebied). Graphic novels worden gezien als stripverhalen. Het feit blijft dat het aanbod van Engels- en Franstalige graphic novels overweldigend is, vergeleken met wat er op de Nederlandse markt beschikbaar is. Omdat ik hier, in de Zweedse bieb en op mijn internationale school, zie met hoeveel plezier jonge lezers beeldverhalen lezen, wil ik die ervaring en kennis graag met de Nederlandstalige lezers delen!
Onderscheid strip en beeldverhaal
Wat is het verschil tussen een strip en een beeldverhaal? Dat ligt er een beetje aan wie je het vraagt. Vorige keer beschreef ik de definitie van de Nederlandse uitgeverij Silvester. Deze maand wil ik graag een praktischer, en makkelijker meetbaar, perspectief met jullie delen. Op de website van de Amerikaanse uitgeverij Capstone, toegespitst tot bibliotheekpersoneel, worden strips die langer zijn dan 32 pagina’s, graphic novels genoemd. Toch schrijven ze daarbij dat, “ondanks dat die [bovenstaande] definitie algemeen geaccepteerd wordt, de term ‘graphic novel’ nog steeds betwist wordt onder bibliotheekpersoneel, uitgeverijen en de makers van de boeken zelf. Het is zelfs zo dat veel van de bekendste beeldverhaalmakers zelf vinden dat de termen ‘graphic novel’ en ‘strip’ uitwisselbaar zijn wanneer je verschillende vormen van literatuur bespreekt waarin verhaal en beeld gecombineerd worden.”
Geschikt voor jouw voorleeskinderen
Maakt het uit of wat je voor je neus hebt nu een strip of een beeldverhaal wordt genoemd? Nee, eigenlijk niet. Het allerbelangrijkste is dat het geschikt is voor jouw voorleeskinderen. Zoals eerder gezegd; kijk goed naar de leeftijdssuggestie voor het boek. Sommige graphic novels zijn duidelijk bedoeld voor oudere lezers. Laat je dus goed adviseren! Als jij als voorlezer een selectie hebt kunnen maken, bekijk je samen met jouw voorleeskinderen de illustraties en het onderwerp van het beeldverhaal. Laat jouw luisteraars kiezen wat hen het meeste aanspreekt. Zelf kiezen werkt heel motiverend!
Voorlezen van een beeldverhaal: drie tips
Dan vraag je je misschien af hoe je zo’n beeldverhaal voorleest, want dat kan als volwassen lezer visueel overweldigend of verwarrend zijn. Ik heb drie simpele tips!
Tip 1 – de leesvolgorde
De eerste tip is om de leesvolgorde onder de knie te krijgen. Elke pagina van een strip of graphic novel heeft een duidelijke leesvolgorde, zoals je op de afbeelding hieronder kunt zien. In Japanse manga boeken lees je juist weer van achter naar voren en van rechts naar links. Vaak staat er achterin (voorin voor ons) hoe je zo’n manga moet lezen.
Al weet je de leesvolgorde, dan kan het nog best lastig zijn. Moet je dan allemaal verschillende stemmetjes doen? De acties uitvoeren? Geluidseffecten toevoegen? Ja, dat kan allemaal!
Tip 2 – interactief voorlezen
En dat is dan ook meteen mijn tweede tip: Zie het voorlezen van een beeldverhaal als een fantastische kans om interactief voor te lezen. Nodig jouw luisteraar(s) uit om de spreekteksten van één persoon voor zijn rekening te nemen, of vraag haar om alle geluidseffecten te doen. Je kunt er ook een familie event van maken waarbij ieder de tekst van zijn/haar eigen personage voorleest en uitbeeldt. Je begrijpt het al: het voorlezen van graphic novels kan heel interactief zijn!
Tip 3 – Rustig kijken
Mijn derde tip is om samen met jouw voorleeskind alle illustraties rustig te bekijken. Er valt vaak, net zoals bij woordenloze prentenboeken, veel te ontdekken, zoals hier links uit Het dagboek van Cerice (Joris Chamblain). Zijn er visuele aanwijzingen voor iets dat er later in het verhaal gebeurt? Je kunt ook praten over de verschillende kleuren die gebruikt worden en hoe die bepaalde sferen weergeven of gevoelens oproepen. Stel samen vast hoe ‘de camera’ de lezer wel of juist niet dingen laat zien, en waarom. Er valt heel wat te bekijken, te analyseren en te bepraten. Ook al is het verhaal ontzettend spannend, het loont zich om tijd te nemen voor het visuele aspect van het beeldverhaal. Je kunt in de blogpost van Ann-Marie Cahill van Book Riot hier meer over lezen.
Niets voor jou?
Het kan natuurlijk dat zo’n strip of beeldverhaal niets voor jou is. Dat jij als voorlezer gewoon liever iets anders kiest om met jouw voorleeskinderen te delen. Helemaal goed natuurlijk. Er zijn zoveel andere prachtige voorleesboeken! Het fijne van graphic novels is dat kinderen ze ook heel graag zelf lezen. Dus misschien word jij eens voorgelezen?
Wat zijn jullie favoriete strips of beeldverhalen? Bezoek mijn website www.exlibrisfleur.com en laat een bericht achter. Ik ontvang graag boekentips!
* In deze blogpost bedoel ik hetzelfde met de termen ‘graphic novels’ en ‘beeldverhalen’, en zal ik soms de een, dan weer de ander gebruiken.
Fleur is bibliotheekjuf op een internationale school in Zweden. Ze leest voor. Heel vaak. Alle groepen 1 t/m 7 komen één keer per week naar de schoolbieb om te worden voorgelezen. Zo hoopt Fleur bij te dragen aan meer leesplezier, thuis en op school. Lees meer over haar belevenissen op de ISGR Library Blog. Voor haar eigen verhaal- en vertaalavonturen kun je terecht op www.exlibrisfleur.com