Goed kunnen lezen is niet goed genoeg

Taal is een verplicht onderdeel op de basisschool,want onze kinderen moeten goed kunnen lezen. Taal is wat je noemt een kernvak. Ook om andere vakken te begrijpen, heb je taal nodig. Het schoolvak taal bestaat uit drie hoofddomeinen: taalvaardigheid, fictie en literatuur en taalkennis.

Technisch lezen

Op de basisschool ligt de nadruk op taalvaardigheid en taalkennis. Kinderen leren technisch lezen en werken aan hun tekstbegrip. Onder taalkennis vallen de spellingregels en zinsontleding.

Voor fictie en jeugdliteratuur is niet of nauwelijks aandacht. Dat is echt een probleem, want taal is er natuurlijk ook om van te genieten. Op school krijgen kinderen o.a. door tijdgebrek niet de kans om te ontdekken hoe leuk lezen is! En dat is echt een gemis.

Verhalen en gedichten zijn bovendien heel leerzaam, op een leuke manier. Kinderen leren zich inleven in de hoofdpersoon, ze denken na of zij dezelfde keuzes zouden maken en lezen ondertussen over andere culturen, steden en landen, en gebeurtenissen in het verleden, het heden of de toekomst.

Betere lezer

Door deze ingrediënten lenen verhalen zich uitstekend voor het bevorderen van leesplezier, leesmotivatie en leesbeleving. En laat dat nu net de doorslag geven! Zonder plezier in lezen wordt het wel heel lastig om bij kinderen hun taalvaardigheid te verbeteren. Je kunt thuis met begrijpend lezen oefenen tot je een ons weegt, maar dat heeft pas zin als je kind ook gemotiveerd is om een betere lezer te worden. Met andere woorden: om van kinderen enthousiaste lezers te maken, is er wel wat meer nodig dat alleen taalvaardigheid en taalkennis. Een goed verhaal vergeet je de rest van je leven niet meer. En smaakt naar meer.